Weerstandscapaciteit
Om een inschatting te maken van het weerstandsvermogen is het nodig om de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit te berekenen. Hoe we de benodigde weerstandscapaciteit berekenen op basis van het risicoprofiel is uitgelegd onder "Risico's".
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit structurele en incidentele middelen en mogelijkheden om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn af te dekken. Deze staan in de volgende tabel met daaronder een toelichting.
Beschikbare weerstandscapaciteit | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|
Onbenutte belastingcapaciteit | 9.200 | 9.200 | 9.200 | 9.200 |
Post onvoorziene uitgaven | 100 | 100 | 100 | 100 |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 9.300 | 9.300 | 9.300 | 9.300 |
Algemene reserve per 1-1 | 38.911 | 24.603 | 20.395 | 18.461 |
Algemene risico reserve | 29.029 | 31.382 | 31.382 | 31.382 |
Totaal incidentele weerstandscapaciteit | 67.940 | 55.985 | 51.777 | 49.843 |
Totale beschikbare weerstandscapaciteit | 77.240 | 65.285 | 61.077 | 59.143 |
Onbenutte belastingcapacitei t
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra ruimte die de gemeente heeft om, met inachtneming van de wetgeving, maximale inkomsten te genereren uit de gemeentelijke heffingen . Het gaat daarbij om de inkomsten uit de ozb, de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing. De rioolheffingen en de afvalstoffenheffing mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Voor de ozb hanteren we de artikel 12-norm van het rijk.
In de meicirculaire van het Gemeentefonds geeft de minister van Binnenlandse Zaken elk jaar nieuwe normen voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet.Toelating wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor 2026 is dit percentage gesteld op 0,1648% (voor 2025 was dit 0,1595%). De onbenutte belastingcapaciteit is voor 2026 € 9,2 miljoen en is in het meerjarig beeld gelijk gehouden. Bij de berekening is rekening gehouden met de voorgestelde verhoging van de tarieven voor 2026 inclusief de voorstellen bij de ombuigingen.
Post onvoorziene uitgaven
De hoogte van de post onvoorziene uitgaven is € 100.000.
Algemene reserve per 1-1
De geraamde stand van de Algemene reserve van de gemeente Meierijstad is per eind 2025 € 38,9 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met de vaststelling van de jaarstukken 2024, de incidentele posten uit de begroting 2025, de raadsbesluiten tot en met juli 2025, de 2e bestuursrapportage 2025 en de (voorgenomen) begroting 2026 met als dekking deze reserve.
Algemene Risico Reserve
De geraamde stand van de algemene risico reserve is € 31,3 miljoen, gebaseerd op de risico inventarisatie bij de begroting 2026. De geïnventariseerde risico's geven voor de begroting 2026 een omvang van € 31.382.000. De risicoreserve per eind 2025 is begroot op € 29.029.000. Dit betekent dat een bedrag van € 2.353.000 wordt overgeheveld van de algemene reserve naar de algemene risicoreserve.
Weerstandsratio
In de volgende tabel staat de berekening van het weerstandsvermogen uitgedrukt in de weerstandsratio. Dit is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit (zie onderdeel risico's). In de nota weerstandsvermogen is vastgelegd dat deze ratio minimaal 1,0 moet zijn.
(bedragen x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 77.240 | 65.285 | 61.076 | 59.143 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 31.382 | 31.382 | 31.382 | 31.382 |
Weerstandsratio | 2,46 | 2,08 | 1,95 | 1,88 |
Norm weerstandsratio | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
De weerstandsratio 2026 (2,46) is hoger dan de weerstandsratio bij de jaarstukken 2024 (2,12). Dit komt vooral door de toename van de incidentele weerstandscapaciteit van € 51,3 miljoen naar € 67,9 miljoen.
De beleidsvoornemens van de begroting 2026 zijn verwerkt in de cijfers.