Omgevingsdienst Brabant-Noord
Omgevingsdienst Brabant-Noord
Algemene informatie
Programma:
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
C.H.C. (Kees) van Rooij
Bestuurlijk vervanger:
J.H.M. (Jan) Goijaarts
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur en tevens voorzitter van Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur.
Openbaar belang
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
Maatschappelijke ontwikkelingen vormen een belangrijk kader in het werk van de ODBN en aan onze leefomgeving. Waar de Omgevingswet inmiddels geimplementeerd is blijven andere ontwikkelingen wel van grote invloed op onze taakuitvoering. Zo zien we nog altijd een stevige belangenstrijd in de leefomgeving. Natuurbelang staat op gespannen voet met bijvoorbeeld het agro-economisch belang. Het is nog wachten op de benodigde centrale beleidsintensiveringen om aan de natuur- en klimaatdoelen te kunnen voldoen, of het nu gaat om de energietransitie, de mest- en stikstofcrisis of de waterkwaliteit. Ondertussen wordt ons werk daardoor ook bepaald door uitspraken van de rechter, waardoor bijvoorbeeld onze vergunningverlening stil kan komen te liggen.
De belangrijkste risico's
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. De meest in het oog springende ontwikkelingen die tegelijkertijd ook nog tamelijk onzeker zijn betreffen:
➜ We maken al meerdere jaren melding van de steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Omgaan met deze krapte verwordt steeds meer business as usual. Desondanks doet de ODBN er alles aan om de bezetting op niveau te brengen en te behouden. Dit vraagt wel steeds meer inspanning van de medewerkers van de ODBN. De werving wordt arbeidsintensiever en leidt ook tot hogere kosten. In hoeverre er een grens is aan het kunnen doorgroeien als omgevingsdienst kan niet worden ingeschat. Het is wel zo dat de ODBN kritisch moet blijven op de essentie van haar taak en voorzichtig moet zijn in het aannemen van de alsmaar toenemende behoefte aan inzet op neventaken.
➜ Het veehouderijbeleid en jurisprudentie zijn volop in beweging. De samenhang met deze ontwikkelingen en de ontwikkelingen rondom stikstof en natuurbescherming is groot. Vanuit de opgave Transitie Veehouderij herijken we regelmatig alle nieuwe ontwikkelingen. Dat maakt dat de duiding en daarmee het effect van de ontwikkelingen in de veehouderij op de ODBN aan verandering onderhevig is.
➜ De ontwikkeling van informatiegestuurd werken en het ontsluiten van data en deze toepassen als informatie voor de VTH-taken is een continu proces van verbeteren van de dienstverlening. Zowel kwalitatief als efficiëntie. De taken die de ODBN uitvoert maakt men meer risicogericht en vereisen een verdergaande digitale ondersteuning van de processen. Dat maakt dat er minder uren in rekening hoeven te worden gebracht bij de deelnemers. De keerzijde op korte termijn is wel dat de investering die gedaan moeten worden in bijvoorbeeld het bouwen van robots e.d. het tarief onder druk zetten. Immers, de bedrijfsvoeringkosten zullen gedekt moeten worden uit de overhead. Minder uren declarabel heeft ook tot gevolg dat de bedrijfsvoeringkosten binnen de overhead over minder uren verdeeld kunnen worden.
➜ Ontwikkeling tarief en CAO
Op 6 juni 2025 is een nieuwe Cao vastgesteld met een looptijd van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2027. De loonontwikkeling komt in 2025 uit op 3,85%, verspreid over twee verhogingsmomenten (2% per 1 april en 1,85% per 1 oktober). Dit is minder dan de 5,3% die we opgenomen hebben in de
begroting 2025. Dit percentage was gebaseerd op macro-economische verkenningen van het CPB van september 2023. Doordat de Cao lager uitvalt dan de begrote 5,3% ontstaat een voordeel van €975.000 op de totale loonsom van ODBN. Omdat de Cao nog niet definitief is vastgesteld tijdens de behandeling
van deze bestuursrapportage is deze financieel nog niet verwerkt. Dit zal volgen in de 2e bestuursrapportage 2025.Financieel belang
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Bijdrage van gemeente
2.914.460
3.825.659
3.825.180
Eigen vermogen per 1-1
9.262.000
8.903.000
8.059.000
Eigen vermogen per 31-12
8.903.000
8.059.000
7.940.000
Vreemd vermogen per 1-1
6.683.000
6.506.000
5.670.000
Vreemd vermogen per 31-12
6.506.000
5.670.000
5.670.000
Resultaat
959.000
0
0
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Algemene informatie
Programma:
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
J.H.M. (Jan) Goijaarts
Bestuurlijk vervanger:
J.T. (Jan) van Burgsteden
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur door wethouder J. Goijaarts.
Openbaar belang
Het Stadsgewest is niet meer echt actief en wordt alleen nog in stand gehouden voor afwikkeling van de voormalige Vuilstortplaats De Vlagheide in Schijndel.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
De afdichting van de stortplaats is inmiddels afgerond. Met het oog op de overdracht van de eeuwigdurende nazorg van de voormalige stortplaats aan de provincie Noord-Brabant vindt er al enige jaren tussen het Stadsgewest en de provincie overleg plaats over de hoogte van het (doel)vermogen, dat benodigd is voor de bekostiging van die nazorg. Belangrijk onderdeel in de gesprekken tussen deze partijen is de hoogte van de door de provincie gehanteerde rekenrente en het effect daarvan op het door het Stadsgewest in te leggen doelvermogen. De provincie heeft het voornemen om de huidige rekenrente van 5,06% te verlagen naar 3,65%. Er bestaat over de hoogte van het in te brengen doelvermogen dan ook nog geen overeenstemming tussen het Stadsgewest en de provincie. Indien uiteindelijk het doelvermogen hoger dient te zijn dan oorspronkelijk geraamd dienen de deelnemende gemeenten een aanzienlijke aanvullende bijdrage aan het Stadsgewest te leveren.
Het Stadsgewest zal de nazorg en exploitatie van de voormalige vuilstortplaats de komende tijd niet aan de provincie overdragen. Partijen zijn in dat verband overeengekomen dat (de nazorg van) de voormalige stortplaats de komende jaren niet wordt overgedragen aan de provincie. Tot dan zal er door de provincie dan ook geen formele sluitingsverklaring worden afgegeven. De komende jaren zullen onder meer worden benut om het overleg met de provincie over de hoogte van het doelvermogen voort te zetten en (dus) te bezien of er voor de deelnemende gemeenten goedkopere alternatieven voor eeuwigdurende beheer van de vuilstortplaats bestaan.De belangrijkste risico's
·Doelvermogen nazorgfonds:
Na de definitieve sluiting van de stortplaats wordt de (eeuwigdurende nazorgverplichting ten aanzien van de) stortplaats overgedragen aan de Provincie. Bij overdracht moet een vermogen zijn overgedragen waaruit de provincie de kosten van nazorg eeuwigdurend kan bekostigen.
De hoogte van de eindwaarde van het doelvermogen wordt in hoge mate bepaald door de te hanteren rekenrente. Thans is die op 5,06 % bepaald. In de laatste voorstellen van de provincie wordt voorgesteld die rekenrente naar 3,65 % te verlagen hetgeen een incidentele, maar aanzienlijke, hogere bijdrage van de gemeente Meierijstad tot gevolg heeft van ca. € 3 mln.Financieel belang
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Bijdrage van gemeente
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Eigen vermogen per 1-1
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Eigen vermogen per 31-12
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Vreemd vermogen per 1-1
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Vreemd vermogen per 31-12
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Resultaat
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Algemene informatie
Programma:
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
M.H.B. (Menno) Roozendaal
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Dagelijks en Algemeen Bestuur door wethouder Compagne.
Openbaar belang
De GGD geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. De GGD Hart voor Brabant doet dit in opdracht van 19 gemeenten. Het doel van de GGD is: Mensen gezonde kansen bieden om alles uit hun leven te halen. Het beleid van de GGD richt zich op de publieke en preventieve gezondheid; de taken die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen, zonder dat mensen daar altijd om vragen. Daarbij heeft de GGD extra aandacht voor mensen die meer hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kwetsbaar zijn of zorg mijden. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheidsdomein en het openbaar bestuur. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling.
Taken GGD:
- Jeugdgezondheidszorg;
- Infectieziektebestrijding;
- Forensische geneeskunde;
- Medische milieukunde, zoals de invloed van luchtverontreiniging en geluidshinder op de gezondheid;
- Gezondheidsbevordering en leefstijl;
- Toezicht en inspecties;
- Publieke gezondheid bij rampen en crises;
- Openbare geestelijke gezondheidszorgBijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- In 2024 is gestart met de nieuwe beleidsvisie 2024-2027, genaamd 'Wij maken samen gezond gewoon'.
- De thema’s die extra aandacht gaan kregen, zijn: paraatheid (betere infectieziektebestrijding en voorbereiding nieuwe pandemieën), seksuele gezondheid, leefomgeving, mentale gezondheid en gezond oud(er) worden.
- Vanaf 2024 is het geactualiseerde basispakket van kracht. Met een actueel basispakket sluiten de diensten van de GGD nog beter aan bij de behoeften. Vele diensten in de 19 gemeenten zijn dan gelijk; het maakt niet meer uit waar iemand woont. Dit nieuwe pakket leidt tot een hogere gemeentelijke bijdrage.
- Jaarlijkse indexering: De exploitatie van de GGD is loon- en prijsgevoelig. De GGD volgt de afspraken in zijn gemeenschappelijke regeling, die bepaalt dat de GGD het systeem gebruikt van de gemeente Tilburg voor indexering: jaarlijks voorspelt zij de loon- en prijsstijgingen op basis van cijfers van het Centraal Planbureau. Ze corrigeert dan ook voor de werkelijke ontwikkeling in de twee vorige jaren. Hierdoor loopt de index gelijk met de reële stijging van lonen en prijzen.De belangrijkste risico's
- Met het geactualiseerde basispakket dat vanaf 2024 van kracht is, zit je als gemeente vast aan verplichte diensten. Waar we tot 2024 nog de lokaal accent taken hadden, waarmee we als gemeente lokaal keuzes konden maken binnen het basispakket, is dat vanaf 2024 niet meer mogelijk. Het lokale accent kunnen we alleen nog maken via de keuzetaken en de plustaken.
- Jaarlijks maakt de GGD een overzicht van de belangrijkste risico’s en hoe daar mee om te gaan.Financieel belang
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Bijdrage van gemeente
3.893.820
3.781.396
3.896.863
Eigen vermogen per 1-1
4.024.000
7.400.000
4.670.000
Eigen vermogen per 31-12
7.400.000
4.670.000
3.509.000
Vreemd vermogen per 1-1
17.769.000
18.185.000
11.079.000
Vreemd vermogen per 31-12
18.185.000
11.079.000
10.493.000
Resultaat
151.000
0
0
Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Algemene informatie
Programma:
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
J.T. (Jan) van Burgsteden
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen door wethouder Compagne.
Openbaar belang
Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Bij de RAV staat de patiënt centraal. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid staan hoog in het vaandel.
De GR RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak:
·Het instellen en in stand houden van een Regionale Ambulancevoorziening;
·Het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg;
·Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan;
·Het (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
·Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord.De doelstelling van de RAV Brabant Midden-West-Noord is het leveren van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg, die tijdig ter plaatse is en binnen de budgettaire kaders wordt gerealiseerd. Dit betekent dat de RAV de patiënt naar de zorg brengt, óf de zorg naar de patiënt.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- Het meerjarenplan loopt van 2022 tot en met 2025. De toekomstvisie die hierin is vastgelegd, sluit nog steeds aan bij de huidige landelijke ontwikkelingen rondom o.a. zorgdifferentiatie en zorgcoördinatie. De RAV is bezig met een nieuw meerjarenbeleid. Dat beleidsplan zal op 1 januari 2026 in werking treden. In het meerjarenbeleid blijft voorop staan dat ze de juiste zorg op het juiste moment moeten kunnen bieden. De ontwikkelingen rondom zorgcoördinatie bevorderen de samenwerking tussen de verschillende partners in een regio, zodat schaarse middelen zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen worden ingezet.
- De RAV zoekt actief de verbinding met de ketenpartners voor het optimaliseren van de zorg en het oplossen van knelpunten, bijvoorbeeld met de ziekenhuizen op het gebied van werving en opleiding van verpleegkundigen en de mogelijkheden van inzet in duobanen.
- Het draait nog steeds om de patiënt en het optimaal en efficiënt beantwoorden van zijn hulpvraag. Hierbij is het streven om de patiënt zoveel mogelijk te ontzorgen én om precies de juiste zorg te leveren, op de juiste plaats, het juiste moment, door de juiste hulpverlener. Optimale waardecreatie voor de patiënt is het streven.
- De RAV Brabant Midden-West-Noord is een financieel gezonde organisatie, die efficiënt en verantwoord omgaat met publieke middelen. Gemeentelijke bijdragen worden de afgelopen jaren niet gevraagd.
- De RAV vindt het een positieve ontwikkeling dat de eenzijdige focus op de niet-medisch relevante aanrijtijden langzaamaan verdwijnt en wordt vervangen door een bredere manier van kwaliteitsmeting. Het doel van de nieuwe urgentie-indeling is om in geval van echte spoed, in levensbedreigende situaties waarin tijd er echt toe doet, sneller bij de patiënt te zijn. En in gevallen waarin dat mogelijk is, iets meer tijd te nemen voor de triage, zodat de patiënt direct op de juiste plek terecht komt en de best passende zorg krijgt. Met behulp van de nieuwe urgentie-indeling is de RAV Brabant MWN beter in staat de juiste zorg op de juiste plaats te realiseren.De belangrijkste risico's
- De RAV draagt graag bij om samen met haar partners in de acute zorgketen te onderzoeken hoe de bereikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de acute zorg in de toekomst voor iedereen behouden blijft. Dit is een grote maatschappelijke uitdaging, die alleen in samenwerking met alle betrokkenen het hoofd geboden kan worden.
- De komende tijd zal veel aandacht worden besteed aan het welzijn van de medewerkers en probeert de RAV hen als werkgever een fantastische werkplek te bieden.Financieel belang
Jaarrekening 2024
Begroting 2025
Begroting 2026
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
15.119.000
15.099.000
15.887.000
Eigen vermogen per 31-12
15.980.000
14.758.000
15.887.000
Vreemd vermogen per 1-1
27.435.000
33.302.000
31.782.000
Vreemd vermogen per 31-12
26.188.000
31.611.000
30.833.000
Resultaat
995.000
0
0